Doel
Een regionaal op maat gemaakt onderwijsaanbod voor laagopgeleiden en laaggeletterden om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren
Voor wie
Deze subsidie is beschikbaar voor nieuwe samenwerkingsverbanden in regio’s. Het gaat om de regio’s educatie die overeenkomen met de arbeidsmarktregio’s in Nederland. Deze subsidie is ook beschikbaar voor Caribisch Nederland.
Een samenwerkingsverband bestaat in ieder geval uit:
- 1 opleider (bekostigde of niet-bekostigde instelling)
- 1 overheidsorganisatie
- 1 werkgeversorganisatie
Ook andere partijen mogen deelnemen aan een samenwerkingsverband, zoals:
- Organisaties, stichtingen, belangenverenigingen in het sociaal domein, bijvoorbeeld op het gebied van schulden, armoede of gezondheid.
- Werknemersorganisaties, zoals FNV of CNV.
- Aanvullende bekostigde en niet-bekostigde instellingen.
Een partij mag deelnemen aan meerdere samenwerkingsverbanden in verschillende regio’s.
Subsidiebedrag
Minimaal €125.000 en maximaal €2,2 miljoen (Europees deel van Nederland) of €500.000 (Caribisch Nederland) per aanvraag
Onderwijsaanbod
Deze subsidie is bedoeld voor de ontwikkeling van een regionaal onderwijsaanbod voor laagopgeleiden en laaggeletterden.
Om niemand op voorhand onbedoeld uit te sluiten, is in deze regeling niet vastgelegd wat ‘laagopgeleid’ en ‘laaggeletterd’ precies betekenen. Het gaat om zowel mensen met Nederlands als moedertaal als anderstaligen. Het gaat in ieder geval niet om mensen met een hbo- of wo-diploma, en ook niet om expats met een hoog salaris.
We zijn ons ervan bewust dat de termen ‘laagopgeleid’ en ‘laaggeletterd’ negatieve gevoelens kunnen oproepen. We gebruiken deze termen voor de herkenbaarheid en eenduidigheid van deze regeling.
Het onderwijsaanbod:
- sluit aan bij de leerwensen van laagopgeleiden en laaggeletterden,
- is op maat gemaakt,
- is gericht op duurzame inzetbaarheid van laagopgeleiden en laaggeletterden op de arbeidsmarkt,
- verbindt basisvaardigheden (taal, digitale vaardigheden, rekenen) en vakvaardigheden en is daarmee praktijkgericht.
Het onderwijs kan bestaan uit lessen of uit leren op de werkvloer. Het mag formeel of non-formeel onderwijs zijn, of een combinatie van beide. U mag voortbouwen op bestaand onderwijsaanbod, zoals mbo-certificaten, branche-certificaten, praktijkleren met de praktijkverklaring, en verbetering van basisvaardigheden van volwassenen in het algemeen. De duur, groepsgrootte, vorm en locatie van het onderwijs mag u zelf bepalen.
Met de subsidie verzorgt u dit onderwijs, inclusief begeleiding, voor het volgende aantal laagopgeleiden en laaggeletterden:
- In het Europese deel van Nederland: minimaal 200 laagopgeleiden en laaggeletterden per regio
- In Caribisch Nederland: minimaal 15 laagopgeleiden en laaggeletterden
U kunt de subsidie ook gebruiken voor projectmanagement, samenwerking en kennisdeling met regionale en landelijke instellings-, werkgevers- en werknemersorganisaties.
U voert bovengenoemde activiteiten uit vanaf 1 januari 2026 en rondt deze af op uiterlijk 31 december 2027.
Penvoerder
Een van de deelnemende partijen in het samenwerkingsverband vervult de rol van penvoerder. Gemeenten en openbare lichamen (overheidsorganen met rechtspersoonlijkheid) kunnen geen penvoerder zijn.
De penvoerder vraagt de subsidie aan en is ervoor verantwoordelijk dat alle deelnemende partijen zich houden aan de subsidieverplichtingen.
Neemt een partij deel aan meerdere samenwerkingsverbanden? Dan mag die partij bij meerdere samenwerkingsverbanden penvoerder zijn.
Aanbieder
Deze subsidie wordt aangeboden door Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (Ministerie van VWS).